De Molukse graven in Echt-Susteren moeten een bijzondere status krijgen, vindt Echtenaar Hub Coenen. Wethouder Peter Ruijten (PNES), verantwoordelijk voor de openbare begraafplaatsen in de gemeente, omarmt dat initiatief. Zijn partij verzoekt het gemeentebestuur met schriftelijke vragen om de graven in beheer te nemen.
Weggestopt in kampen
Hub trouwde in 1974 met zijn vrouw Lien. Een koffer op de gang in hun huis doet nog denken aan de overtocht van haar vader. Met dat koffer kwam Paul Farneoeboen 70 jaar geleden als KNIL-soldaat vanuit de Molukken naar Nederland. Voor een paar maanden was de bedoeling, maar dat werd uiteindelijk zijn hele leven. De aankomst in ons land was geen warm bad. De militairen die in het Nederlandse leger hadden gediend in naam van de koningin, werden bij aankomst weggestopt in kampen.
Een boekje in het koffer van Liens vader met de opdruk ‘Kamp Echt’ is een stille getuige van zijn tijd in het kamp Op de Loop. In die tijd leerde Paul Farneoeboen in Echt ook zijn vrouw kennen. Lien werd het eerste kind voor het stel. Het zou voor haar een hele eer zijn als het graf van haar vader in Echt een bijzondere status krijgt.
Volgens Lien is het ‘beter laat dan nooit’, vertelt ze geëmotioneerd:
‘Soort erkenning’
Ook Liens neef Constantinus Heatubun spreekt van ‘een soort erkenning’ als de graven een bijzondere status zouden krijgen. Dat houdt onder meer in dat de gemeente de kosten voor de grafrechten op zich neemt en ook verantwoordelijk is voor het onderhoud. Echt-Susteren kan daarmee de eerste gemeente van Limburg worden. Ook in Sittard-Geleen en Maastricht spreekt de politiek momenteel met de Molukse gemeenschap over eerherstel.
Constantinus was ongeveer vijf jaar oud toen hij met zijn ouders de overtocht maakte. Uiteindelijk kwam hij in een kamp in Montfort terecht. Dat kamp zat in de oude douaneschool aan de Bosweg en heette net als het kamp in Echt Op de Loop. Beide kampen hadden dezelfde kampbeheerder. Constantinus woont tot op de dag van vandaag nog steeds in Montfort.
Oproep aan kabinet
Burgemeester Jos Hessels tekende onlangs nog een brief gericht aan het kabinet. Hessels riep, samen met tientallen andere burgemeesters met Molukkers in hun gemeente, minister-president Mark Rutte op om te erkennen dat de ontvangst en opvang zeventig jaar geleden in Nederland onwaardig was.
Partij Nieuw Echt-Susteren (PNES) vraagt nu aan Hessels en alle wethouders of de gemeente bereid is om de graven van de eerste generatie Molukkers in eigendom en beheer te nemen als de grafrechten aflopen.
