De sluiting van het Julianakanaal gaat het bedrijfsleven in elk geval tientallen miljoenen schade opleveren. Bij onvoorziene omstandigheden loopt dat bedrag alleen maar op. Een schadeloosstelling zit er bij Rijkswaterstaat niet in.
Om het Julianakanaal toekomstbestendig te maken, is het nodig deze te verbreden. Daarom is het kanaal sinds maandag 12 augustus afgesloten tussen Berg aan de Maas en Born. Rijkswaterstaat schat dat de sluiting zes tot acht maanden gaat duren.
Tientallen bedrijven zouden hierdoor economische schade oplopen. Onderzoeksbureau Ecorys berekende eerder al dat de sluiting van het Julianakanaal het bedrijfsleven zo’n 7 miljoen euro per maand kost. In totaal is het bedrijfsleven daarmee tussen de 40 en de 55 miljoen euro kwijt.
Huub Narinx, directeur van de Limburgse Werkgeversvereniging (LWV), spreekt in het FD de vrees uit dat die kosten kunnen verdubbelen. Hij noemt onvoorziene omstandigheden die de bouw kunnen vertragen, zoals hevige neerslag, waardoor het water in de rivier stijgt. Niet alleen zou een hoge waterstand de bouw kunnen vertragen: “Als de omvaarroute dan niet meer toegankelijk is, is de schade onevenredig groot.” Ook Chemelot schat dat de kosten tientallen miljoenen hoger kunnen uitvallen.
Geen schadeloosstelling
Rijkswaterstaat biedt gedupeerden geen schadevergoeding. Minister Barry Madlener van Infrastructuur en Waterstaat liet in een brief aan de Tweede Kamer weten dat er geen extra schadeloosstelling komt. Gedupeerde bedrijven kunnen alleen via een standaardprocedure schade claimen. Narinx van de LWV vindt het teleurstellend dat er geen ruimte is voor maatwerk. In het FD noemt hij de situatie zo uniek, dat het ministerie er alles aan zou moeten doen om de schade te compenseren. Hij benadrukt echter dat zowel de overheid als het bedrijfsleven zich positief opstellen.